6.6. Het aanraken van het geslachtsorgaan
Categorie: De bedervingen van al-wudoe'
Hadieth 66
وَعَنْ طَلْقِ بْنِ عَلِيٍّ رضي الله عنه قَالَ: «قَالَ رَجُلٌ: مَسَسْتُ ذَكَرِي أَوْ قَالَ اَلرَّجُلُ يَمَسُّ ذَكَرَهُ فِي اَلصَّلاةِ، أَعَلَيْهِ وُضُوءٍ؟
فَقَالَ اَلنَّبِيُّ صلى الله عليه وسلم “لا، إِنَّمَا هُوَ بَضْعَةٌ مِنْكَ». أَخْرَجَهُ اَلْخَمْسَةُ، وَصَحَّحَهُ اِبْنُ حِبَّان.
Talq ibn 3alie radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “Een man zei: “Ik heb mijn geslachtsorgaan aangeraakt.”, of hij zei: “Als een man zijn geslachtsorgaan tijdens de Salaah aanraakt, is hij dan verplicht (opnieuw) wudoe’ te verrichten?” De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei: “Nee, voorzeker, het is slechts een deel van jou.”[1]
Oordelen:
– Deze hadieth bewijst dat: het aanraken van het geslachtsorgaan zonder daarbij lustintenties te hebben, de wudoe’ en de Salaah niet bederft, wegens de uitspraak van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: “…het is slechts een deel van jou.” Deze uitspraak bewijst dat wanneer men zijn geslachtsorgaan aanraakt, op dezelfde wijze als dat hij andere lichaamsdelen van zichzelf zou aanraken, deze aanraking zijn wudoe’ niet bederft. Het geslachtsorgaan bevat namelijk een eigenschap die andere ledematen niet hebben, namelijk de lust. Vandaar dat de uitspraak van de Profeet dit oordeel bevat.
Hadieth 67
وَعَنْ بُسْرَةَ بِنْتِ صَفْوَانَ رَضِيَ اَللَّهُ عَنْهَا؛ «أَنَّ رَسُولَ اَللَّهِ صلى الله عليه وسلم قَالَ: “مَنْ مَسَّ ذَكَرَهُ فَلْيَتَوَضَّأْ”». أَخْرَجَهُ اَلْخَمْسَةُ، وَصَحَّحَهُ اَلتِّرْمِذِيُّ، وَابْنُ حِبَّان وَقَالَ اَلْبُخَارِيُّ: هُوَ أَصَحُّ شَيْءٍ فِي هَذَا اَلْبَابِ.
Bewijsstukken:
Oordelen:
[1] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam aboe Daawoed, imaam a-Nnasaa’ie, imaam a-Ttirmidhie, en imaam ibn Maadjah, en is sahieh verklaard door imaam ibn Hibbaan en imaam al-Albaanie.
[2] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam aboe Daawoed, imaam a-Nnasaa’ie, imaam a-Ttirmidhie, en imaam ibn Maadjah, en is sahieh verklaard door imaam a-Ttirmidhie en imaam ibn Hibbaan. Imaam al-Bukhaarie heeft gezegd: “Deze hadieth is de meest authentieke hadieth in deze deur.”
[3] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam a-Nnasaa’ie en is sahieh verklaard door imaam al-Haakim, imaam ibn 3abd al-Bar, en imaam al Albaanie.